De slag om Normandië, met de codenaam Operation Overlord, is een van de grote veldslagen van de Tweede Wereldoorlog in het Europese militaire theater. Het vindt plaats tussen juni en augustus 1944 in Normandië en stelt de geallieerden in staat een nieuw front te openen in West-Europa, tegenover de troepen van het Derde Rijk.
Het begint dinsdag 6 juni 1944 – genaamd D-Day – bij de landing (gecodeerde Neptunus-operatie) en het parachutespringen van de eerste geallieerde troepen op en rond de stranden van West-Calvados en Oost-Cotentin om te eindigen tussen 19 augustus 1944 (sluiting van de zak van Falaise) en 29 augustus (einde van operaties over de Seine door het Duitse leger), tegelijk met de bevrijding van Parijs op 25 augustus. Het effect wordt versterkt door de Operation Bagration die op 22 juni werd gelanceerd door Stalin en de landing van de Provence op 15 augustus. Sommige historici denken dat de Slag om Normandië op 12 september eindigt met de bevrijding van Le Havre.
Meer dan 75 jaar later is deze strijd de grootste logistieke landingsoperatie, van drie miljoen soldaten, voornamelijk Amerikanen, Britten, Canadezen, Australiërs, Nieuw-Zeeland, maar ook andere geallieerde troepen (vrije Franse strijdkrachten, Poolse leger van het westen, België, Tsjechoslowakije, Nederland en Noorwegen) die het Engelse Kanaal oversteken om in Normandië te landen. Totaal lande ongeveer 150000 op de kust van Normandië.
